Achtergrond afbeelding
Kijk maar naar mijn blokje…

Kijk maar naar mijn blokje…

Weer een week voorbij als invaljuf. De week mocht ik aftrappen op De Horizon (sbo) in groep 8. Jawel, de groep zou de volgende dag op kamp gaan…

De rest van de week stond ik voor een groep 7. Andere school, andere kinderen, ander dorp.
Ik had een week ervoor het lesrooster al gekregen dus tot in de tenen voorbereid stapte ik het lokaal binnen. De plattegrond met kindernamen straalde van het bureau af. Met daarop uitroeptekens bij de leerlingen die ik in de gaten moest houden en ‘er boven op moest zitten’. Meestal dienen ze zichzelf wel aan en ken je ze snel genoeg.

En inderdaad die schatjes had ik al snel in de smiezen en aangemoedigd door de uitroeptekens zat ik er boven op. Jammer, karakterfoutje van mezelf. Had ik niet moeten doen. Dat is namelijk niet zoals ik dat uit mezelf zou aanpakken en daar ging het even mis. Ik draaide de lessen zoals van mij verwacht werd. Dus daar stond ik na een uur… totaal niet mezelf door een les te ploegen op een digibord met kinderen die allemaal een iPad ding voor hun neus hadden om hun rekenles te maken. Ik keek rond en zag opstand, voelde opstand en hoorde opstand. 
Ik keek rond en zag een paar vragende ogen. ‘Als je het niet snapt dan mag je het vragen hoor.’; probeerde ik nog. Het antwoord; ‘Kijk maar naar mijn blokje…’ sloeg me uit het veld. Naar een blokje? Sorry? 
Blijkbaar was het hier niet gebruikelijk om naar een gezicht te kijken, maar naar een blokje. Aarzelend keek ik op de tafel van de leerling. ‘Kijk maar, vraagteken!’; was de verklaring. Mijn gezicht zal wel boekdelen hebben gesproken, want een andere leerling schoot te hulp en legde de vlakken met rood, groen en het vraagteken aan me uit. ‘Goh, weer wat geleerd!’, was mijn reactie. Het meisje lachte vriendelijk en ging verder op haar apparaat. Ik liep rond, maar kon er niet zoveel wijs uit. Ik diende op mijn eigen computer te gaan kijken om te volgen waar de kinderen waren. ik voelde een afstand…
Toen ik vervolgens een leerling vroeg of het allemaal lukte mikte hij zijn werk van zich af en sloeg demonstratief zijn armen over elkaar. ‘School is zo saai!’ was zijn antwoord.

Voor de tweede keer was ik uit het veld geslagen, deze zin had ik nu al 4 keer horen zeggen… door verschillende leerlingen. Daar word ik opstandig van.

Dus besloot ik het anders te gaan doen. Gewoon als mezelf…

De volgende morgen kwamen de kinderen in de klas. Voor ze moest gaan stillezen legde ik hen uit dat ik vandaag met hen ging werken zoals ik dat de afgelopen 3 jaar (ongeveer) gedaan had. Ik legde een aantal basis dingen uit zoals samenwerken, geen deuren dicht en leren door doen en bewegen. Ineens zag ik ogen oplichten. ‘Gaan we dat vandaag doen?’
Een leerling keek opzei en zag het materiaal voor de rekenles klaar staan. ‘O, leuk, wule gaot met water knooi’n’ was zijn reactie. 
En zo rekenden we met dm3 en liters, knutselden ze hun eigen dm3 met stroken papier en hielpen ze elkaar. Geen opstand, top samenwerking en die ‘uitroeptekens’… niets mee van doen gehad. 
Na de taalles vroegen de kinderen wanneer ze taal moesten gaan doen en na een ‘mix en koppel’ met werkwoorden konden ze rustig hun dictee maken. Na lestijd bleven er nog veel kinderen hangen…

De rest van de week verliep goed. Lekker gewerkt, de ‘doe-groep’ werd blij van de coöperatieve werkvormen waarbij ze even konden bewegen, maar vooral ook lekker samen konden werken. Terwijl ze (soms ongemerkt) hun leerdoelen bereikten.

Vrijdag gingen de kinderen met een tevreden gevoel naar huis. In de gang bedankten diverse kinderen me voor de leuke week en de lessen. Misschien uit beleefdheid, misschien ook niet.

Ook de directeur bedankte me voor de week. Of het gelukt was met de groep? Of na de eerste dag de piketpaaltjes duidelijk waren geslagen…
‘Euhm… ja, het was even zoeken. Het is een echte doe-groep hè. Een beetje laten bewegen soms werkt goed.’ was mijn antwoord.
‘O ja, dat doet hun juf ook regelmatig hoor. Die laat ze ook een rondje om de zandbak rennen.’
‘Euhm… nou ja ik bedoel eigenlijk een coöperatieve werkvorm.’
‘O ja natuurlijk, lekker even een youtube filmpje kijken met een dansje.’
‘Euhm… nou ik… ‘
‘Ja, hè, gewoon even een Energizer erin gooien, dan kunnen ze daarna weer aan het werk. Fijn hoor. Tot de volgende keer weer!’ 

Zo! En dan nu weekend… Benieuwd wat me volgende week weer gaat brengen.

…